Het zwarte goud
Hoe je van een landelijk dorpje met zo’n duizend inwoners in een halve eeuw verandert in de op één na rijkste stad van het land? Massaal steenkool delven. In 1898 kwam in Heerlen de eerste schacht gereed die de ondergrondse steenkool binnen handbereik bracht. Met de komst van de mijnen barstte Heerlen uit zijn voegen en werd het een plek van mijnwerkers en hoge heren. Nergens in Nederland zette een industrie een stad zo op z’n kop als de mijnbouw in Heerlen. Het delven van steenkool, het zwarte goud, veranderde de stad in een boomcity. Grote mijnbedrijven verrezen en domineerden de skyline van de stad. De welvaart die de mijnen brachten transformeerde Heerlen in een razend tempo van een dorp naar een stad met de modernste architectuur, luxe warenhuizen, bioscopen en de laatste innovaties. In de jaren vijftig was Heerlen het je van het.
Terug naar de tijd van de mijnen
Menig Heerlenaar zou nog wel eens terug willen naar de tijd van de mijnen. Een tijd met koempelmentaliteit, waarin er hard werd gewerkt en goed verdiend. Het ondergrondse werk, kameraadschap, elkaar poekelen, samen boeteren en het sociale netwerk in de kolonie en in verenigingen… Voor een nostalgische bui en een belangrijke geschiedenisles ga je naar het Nederlands Mijnmuseum. Dat bevindt zich in een van de weinige mijngebouwen die in Heerlen zijn blijven staan, het schachtgebouw van de Oranje-Nassau I mijn. Binnenkort opent het Nederlands Mijnmuseum een nieuwe (hoofd)locatie in de binnenstad van Heerlen (Dr. Poelsstraat 23).