Niemand die je zo overtuigend terugvoert naar het vroegwijze perspectief van een twaalfjarige als de Amerikaanse regisseur Wes Anderson. Hij creëert zorgvuldig gestileerde fantasiewerelden met humor, balancerend op de rand van het treurige. Films vol verwondering, oververzadigde kleuren en extreem gedetailleerde panoramashots. Zijn werk wordt bevolkt door immer falende personages die in een wereld lijken te leven die net iets verschilt van die waarmee wij vertrouwd zijn.
Moonrise Kingdom is gesitueerd op een eilandje voor de Amerikaanse oostkust in de zomer van 1965. De puberende Suzy die mijmert bij Françoise Hardy, loopt van huis weg nadat ze ontdekt dat haar emotioneel afgestompte ouders haar opvoeden aan de hand van het boekje 'Coping with the Very Troubled Child'. Ook Sam, een eigenwijze twaalfjarige padvinder die van pleeggezin naar pleeggezin verhuist, besluit weg te lopen. De weggelopen buitenbeentjes zijn verliefd en worden gezocht door een steeds verder uitdijende groep achtervolgers, onder aanvoering van hoplieden Edward Norton en Harvey Keitel, en een door Bruce Willis met onderkoelde lethargie vertolkte dorpssmeris. Terwijl de padvinders Sam op een Lord of the Flies-achtige wijze proberen af te straffen, werkt de film langzaam toe naar een ontknoping die inslaat als een bliksemschicht.