Hard in Heerlen: concertreeks met altijd gierende gitaren en beukende drums in poppodium NIEUWE NOR

Hard in Heerlen: concertreeks met altijd gierende gitaren en beukende drums in poppodium NIEUWE NOR

Toen poppodium Nieuwe Nor na een jarenlange verbouwing en een noodgedwongen corona-sluiting in het voorjaar 2022 haar deuren heropende leek de programmering maar moeizaam op gang te komen. De focus leek volledig gericht op de jeugd en het gebrek aan muzikale rafelranden vermoedde een knieval voor de mainstream. Hoe anders hangt de vlag er een dik jaar later bij. Naast grote en bekende namen bieden de podia als vanouds ruimte aan spannende bands in uiteenlopende genres waarbij ook de uiterste flanken niet worden vergeten. Mede dankzij een aantal nieuwe en afgestofte concepten als Capital Hiphop en Repost weet ook het alternatieve publiek de zaal weer te vinden. Eén van de events die sindsdien opzien baart en sinds lange tijd weer liefhebbers van snoeiharde gitaarmuziek naar de Pancratiusstraat weet te lokken, is Hard in Heerlen. Met een kwalitatief ijzersterk programma dat alom lof oogst. Heerlen Mijn Stad-verslaggever Marco Smeets gaat op zoek naar het wat, hoe en waarom.

Heerlen en Parkstad hebben sinds jaar en dag een stevige reputatie. Metal, punk en aanverwante stromingen waren hier decennialang toonaangevend. Sheltur in Brunssum was in de jaren ’80 en ’90 een waar metal-mekka dat bekendheid genoot tot ver over de provinciegrenzen en ook in Landgraaf (De Kajuit) en Heerlerheide (Nova Zembla) kon menige headbanger zijn hart ophalen. De Rodahal in Kerkrade bood onderdak aan wereldberoemde giganten als Iron Maiden, Motörhead, Judas Priest en Slayer en iets verderop hield de Rocktempel het vuur tot januari 2014 brandend.

Ondertussen ontstond er in de regio een hardcore punk scene die onder de naam Mijnstreek Oost Crew (wellicht beter bekend als M.O.C.) internationaal succesvolle bands voortbracht. Een cruciale rol was hierbij weggelegd voor zaaltjes als Smileys (Brunssum), de Oefenbunker (Landgraaf) en het Heerlense café Bluff. Die laatste twee spelen tot de dag van vandaag een niet te onderschatten rol in de Parkstedelijke en zelfs Limburgse metal en (hardcore) punkscene en het waren ook die twee locaties die de stevige muziekstromingen een podium boden in de periode dat de Nieuwe Nor wegens verbouwing op slot zat.

Maar nu zijn de harde gitaren en beukende drums dus weer terug in de Nor en is er onder de naam Hard in Heerlen een concept uitgerold dat met gejuich is ontvangen. Johan de Niet (directeur van Poppodium Nieuwe Nor) legt uit hoe het idee is ontstaan: ‘Hardere en alternatieve muziek zoals punk, hardcore en metal, heeft sinds de jaren ’70 altijd een belangrijke plek in de regio gehad. De gevolgen van de mijnsluiting en de crisis die in de regio daarna ontstond zijn een belangrijke voedingsbodem geweest voor deze hardere muziekstromingen. We kwamen tot de conclusie dat we zelf de afgelopen jaren weinig aandacht hadden voor deze alternatieve stromingen, terwijl de genres op het moment weer in beweging en opkomst zijn en er euregionaal nog steeds veel liefhebbers zijn. Door de harde alternatieve muziek onder één naam te presenteren willen we herkenbaarheid creëren en hopen we het publiek te stimuleren ook op zoek te gaan naar bands die zij misschien nog niet kennen.’

Eén van de vaste bezoekers van Hard in Heerlen is Jens Rademakers. Hij is liefhebber en publicist voor afgrond.org en de Nieuwe Nor en maakte de opkomst, groei en bloei van de M.O.C. van dichtbij mee. Hoe verklaart hij de populariteit van het genre alhier? Heeft het, zoals Johan zegt, te maken met het postindustriële karakter van de regio? ‘Cliché of niet, ik denk dat het wel een beetje klopt. Genres als metal, punk en hardcore kwamen hier thuis, om het zo maar eens uit te drukken. Rauw leven, harde klanken... Dat dit niet zomaar een vage aanname is zag je bijvoorbeeld ook in de midden jaren ´90 aan de grootte van de gabberscene in en om Heerlen. Dat was ook gigantisch hier. Ook zo'n harde muziekbeweging die heel erg met de industriële genen van de regio resoneert.’

Een genre mag dan wel populair zijn, de scene er omheen schiet niet natuurlijk niet vanzelf uit de grond. Jens daarover: ‘Vergeet ook niet dat de immense drive van enkele mensen in deze buurt heel belangrijk is geweest. Centrale figuren die dingen in gang zetten. Iemand als Theo Samson bijvoorbeeld. En ik kan nog wel een tiental namen noemen waarbij ik anderen, die ik dan niet benoem, weer tekortdoe. Door de passie van zo'n spilfiguren werd heel veel aangezwengeld.’

Theo Samson. De naam van de programmeur, boeker, organisator die inmiddels honderden hardrock- en heavy metalbands naar Parkstad lokte is gevallen. Volgens hem is het niet alleen het mijnverleden dat als fundament fungeert: ‘Het ligt ook aan ons achterland. Het hardere werk deed het altijd al beter in het oosten en in het zuiden van het land, maar we zitten hier in de euregio natuurlijk ook gunstig tegen Duitsland en België aan. Twee landen waar dit genre ook al altijd erg populair was en nog steeds is.’

Er was na de lange afwezigheid van de Nor en haar brave herstart dus inderdaad dringend behoefte aan meer stevigs, iets dat Jens ook opmerkte: ‘Er werd in mijn omgeving toch wel geklaagd over het feit dat hier zelden of nooit “iets hards” werd geprogrammeerd, en dat men voor iets grotere harde bands altijd naar minimaal Maastricht, Eindhoven of Aken moest uitwijken. We hebben natuurlijk wel nog Bluff of de Oefenbunker, en die hebben we allemaal in ons hart gesloten en houden we in ere, maar die hebben qua accommodatie of financiën niet de mogelijkheden van de Nieuwe Nor. Het valt daarom alleen maar toe te juichen dat daar eindelijk ingedaald is hoe belangrijk dat hier is.’

Café Bluff-eigenaar en uitbater Marcel Franssen is het daar helemaal mee eens: ‘Met Bluff en De Oefenbunker kwamen de gitaarliefhebbers inderdaad al ruimschoots aan hun trekken. Met Hard In Heerlen kunnen we nu ook weer iets grotere bands naar Heerlen halen.’ Toch was de reactie aanvankelijk ietwat sceptisch na een artikel in de Limburger, waarin zou zijn gesuggereerd dat harde muziek in de regio geen thuis meer zou hebben. De stelling dat de scene opnieuw opgebouwd zou moeten worden zette kwaad bloed bij de mensen van vooral café Bluff en de Oefenbunker. Dat bleek achteraf een misverstand te zijn, zo weet ook Marcel inmiddels: ‘Het was allemaal een beetje onhandig geformuleerd door een journalist die volgens mij niet echt wist waar hij het over had. Na een appje van Johan de Niet was de lucht alweer heel snel geklaard.’ Johan vult aan: ‘Het artikel was een interpretatie van een gesprek met een journalist, waarin we inderdaad hebben aangegeven dat wij als Nieuwe Nor weer moeten bouwen aan de scene, en dan doel ik met name op het realiseren van grotere shows voor een publiek van meer dan 250 bezoekers. In dat gesprek hebben we zelfs nadrukkelijk de rol van Bluff en Oefenbunker genoemd als plekken in de regio waar de underground een plek heeft. Die context heeft de journalist niet vermeld en daarop reageerden een aantal mensen uit de scene. Terecht en het toont ook de betrokkenheid.’

Dat de verhouding tussen de genoemde podia goed is blijkt uit de samenwerking, ook binnen het Hard in Heerlen-concept: ‘We denken in de keten van popmuziek, en dat betekent dat we, als dat past, samenwerken met Bluff en Oefenbunker. Op 10 augustus presenteren we bijvoorbeeld de band Maid of Ace in Bluff omdat het daar perfect past.’ Aldus Johan, die benadrukt dat er waar mogelijk rekening zal worden gehouden met de zalen in de buurt: ‘Laatst heb ik nog een bevestigde show een dag verplaatst om rekening te houden met een collega podium. Maar besef wel dat we, zeker voor internationaal aanbod, afhankelijk zijn van tours en aanbod. Soms is er maar één datum beschikbaar en dan moeten we toch een afweging maken.’ Jens ziet Hard in Heerlen wat dat betreft ook als een opsteker voor de twee genoemde venues: ‘Volgens mij doe je al dat harde voorwerk van de anderen eer aan door het een groter podium te kunnen geven en aan een behoefte te voorzien. Ik vind wat dat betreft ook de samenwerking tussen Bluff en de Nieuwe Nor heel belangrijk. Het versterkt elkaar.’

Opvallends is dat de Nieuwe Nor voor Hard in Heerlen werkt met een soort denktank van ‘liefhebbers in de regio’. Net als in de M.O.C.-tijd is er dus een betrokkenheid met de locals waaruit wellicht weer veel moois ‘van onderop’ kan ontstaan. Ook Jens zit in die danktank: ‘Het is natuurlijk goed om hierin met anderen samen te werken. Een mooi voorbeeld is misschien wel iemand als Rob Franssen van Born From Pain. Die heeft volgens mij best wel wat autonomie gekregen van de Nieuwe Nor om het aanstaande festival rond 25 jaar Born From Pain in te richten. Je mag dus inderdaad wel zeggen, dat er genoeg vertrouwen is in de mensen van de lokale scene om het van onderaf te doen. Die ruimte wordt gegeven.’

Inmiddels hebben er al een aantal mooie edities van Hard In Heerlen plaatsgevonden. De vraag was of de punks en metalheads de Nor nog zouden vinden of dat er flink geknokt zou moeten worden om de harten te heroveren. Volgens Johan lopen de shows behoorlijk goed: ‘Het publiek vindt ons en de reacties zijn ook heel positief. We zien ook al een groei qua interesse en trekken steeds meer bezoekers van buiten de regio. Daarbij is het programma natuurlijk leidend en is er veel diversiteit binnen de programma-lijn. De doelgroep voor Conservative Military Image (oi! punk) is een hele andere dan die van Carach Angren (horror metal).’

Die diversiteit is ook volgens Jens belangrijk: ‘Alle hardere genres komen voorbij. Voor iedereen is er wel iets.’

En dat brengt ons automatisch bij de vraag wat voor heftigs we nog kunnen verwachten? Johan: ‘We gaan de ingezette weg nog wat verder verbreden. Denk binnen de metal aan subgenres als gothic metal (Gothminister), symfonische metal (Blackbriar), horrormetal (Carach Angren). Daarnaast komt de hardcore/punk liefhebber aan zijn trekken met oi! punk (Conservative Military Image) en het verlate 25-jarige jubileum van Heerlens hardcore-trots Born From Pain.’

Ook komen er in de komende periode een aantal bands van weleer die nog steeds relevant zijn. Op 24 augustus is in dat kader de rapmetalcore Downset te zien en op zondag 6 augustus al Evildead. Een naam die bij aankondiging nogal wat stof deed opwaaien bij de liefhebbers van thrashmetal. Zo ook bij Jens die uitlegt wie Evil Dead is en waarom liefhebbers van het genoemde genre haar niet mogen missen: Thrashmetal is weer aan een comeback bezig. Ik was onlangs op Graspop en daar was dat goed te zien. Een nieuwe generatie jonge thrashmetal fans, die ook oudere bands herontdekken, is aan het opstaan. Evildead was eigenlijk een heel behoorlijke thrashmetalband, die begin jaren ´90 nipt het bootje miste. Ze liepen nét achter de grote thrash hausse van de midden/eind jaren ´80 aan. De opkomst van onder andere grunge (waar heel veel aandacht en dus ook op gegeven moment het geld naartoe ging) en wat botte pech koste de band de kop. Maar de band is terug met een nieuw album op komst. Met een nieuwe generatie jonge thrashmetal fans die verzonken goud kunnen opduiken en hopelijk toch ook nog een grotere groep van de oudere garde moet het toch echt een dampende avond kunnen worden.’

En uiteraard is ook Theo Samson razend enthousiast: ‘Deze band is ontstaan uit leden van roemruchte bands als Agent Steel en Abattoir en heeft nog steeds topgitarist Juan Garcia in haar gelederen. Haar albums Annihilation of Civilization en The Underworld, uit respectievelijk 1989 en 1991, behoren tot de toppers in het genre. Dan denk ik dat een verdere uitleg overbodig is om deze avond niet met een rode cirkel in je agenda aan te geven.’

En dan is er dus op 10 augustus nog de show van Maid of Ace in Bluff, een band die wellicht minder belletjes doen rinkelen en daarom prijst Marcel Franssen ze hier nog even aan: ‘Maid of Ace bestaat uit Engelse meiden met ballen die “adrenaline fueled punk-rock" spelen. Je komt er maar op één manier achter waarom de mensen dat móeten gaan zien, namelijk gewoon door naar Bluff te komen.’

De Hard in Heerlen-shows én de rest van de programmering in poppodium Nieuwe Nor vind je op hun website. Voor het aanbod van Café Bluff kun je terecht op Facebook.

Tekst: Marco Smeets
Foto: Kevin Cordewener