Hapje Heerlense historie #4: Heerlen mijnstad

Hapje Heerlense historie #4: Heerlen mijnstad

Hier krijg je de geschiedenis van Heerlen op een presenteerblaadje. Geen stoffige, dikke boeken met ellenlange teksten, maar in een paar minuten helemaal op de hoogte van wat er zich hier de afgelopen tweeduizend jaar heeft afgespeeld. Dit ‘hapje’ is meer een hap te noemen, want in een dikke halve eeuw transformeert Heerlen van een lieflijk dorp tot een stad met Hollywood-achtige allure door de massale winning van steenkool, het zwarte goud.

Waar begin je als het gaat om een geschiedenis die een stad heeft veranderd op een schaal die uniek is voor Nederland? Je kunt het eigenlijk niet groots genoeg aanzetten, want vanaf het moment dat er in Heerlen naar steenkool werd gegraven veranderde álles en niet zo’n beetje…

Dat begon al in 1893. Rond de periode dat mensen van over de hele wereld Heerlen bezochten voor de schone lucht en de koudwaterbaden van Broeder Aloysius, kreeg spoorwegaannemer Henri Sarolea toestemming om onder Heerlen steenkool te winnen. Samen met de Duitse broers Carl en Friedrich Honigmann richtte hij de Oranje-Nassau mijnen op.

Eerst een spoor, dan kolen
Sarolea, spoorwegaannemer die hij was, wist dat je eerst rails moest leggen voordat je naar kolen moest graven. Dat treinspoor werd aangelegd vanuit het Duitse Herzogenrath naar Sittard en opende in 1896 (erfgoed waar je nog dagelijks gebruik van maakt als je met de trein reist). In dat jaar werden de eerste twee mijnschachten geboord. In 1899, één jaar voordat Sarolea stierf, kwamen de eerste kolen uit Heerlense bodem.

Van dorp naar stad
Ook de Honigmannen hadden niet meer lang te leven en de Oranje-Nassau werden verkocht aan de Franse familie De Wendel. Die gebruikte de kolen voor hun enorme staalfabrieken in Lotharingen. In de jaren dertig werd een hypermodern stalen hoofdkantoor neergezet aan de rand van het mijnterrein (nu Kloosterweg 1). Het ging goed met de kolen en er kwamen meer mijnen, uiteindelijk vier Oranje-Nassau mijnen verspreid over Heerlen en Landgraaf. Heerlen groeide mee: in 1900 waren er nog 6646 inwoners, in 1930 waren dat er bijna vijf keer zoveel (32.263). Het dorp werd een stad onder de bezielende leiding van Burgemeester Van Grunsven.

Tip! Ga eens naar de begraafplaats aan de Akerstraat. Hier zie je de (vaak imposante) graven van mensen die een belangrijke stempel op Heerlen hebben gedrukt.

Gouden tijden
Het zwarte goud bracht veel geld op. Dat geld kwam onder meer terecht bij mijningenieurs en beambten die chique huizen betrokken zoals in de villawijk van Molenberg. De mijnwerker verdiende ook veel voor die tijd. De binnenstad van Heerlen werd the place to be. Historische gebouwen werden gesloopt voor de moderne architectuur. Architect Frits Peutz ontwierp de iconen van Heerlen zoals het Glaspaleis, de Royal en het Raadhuis en de stadsschouwburg.

In de jaren vijftig werd Heerlen een van de rijkste steden van het land (kun je je dat voorstellen?). Het was dé koopstad van Limburg. Je vond er luxe warenhuizen als Schunck en Kneepkens, talloze juwelierszaken en een straatbeeld vol bontjassen en hoge hoeden… De welvaart van de steenkolenmijnen bracht het nieuwste van het nieuwste naar de stad: de nieuwste films in Royal, roltrappen in warenhuizen en de allereerste ‘Amerikaanse shopping mall’, ’t Loon.

Heerlen mijnstad anno nu
De glorie van de mijntijd is nog af te lezen aan de bovenverdiepingen in de Saroleastraat en de Oranje Nassaustraat, de modernistische iconen van Peutz en het bovengrondse mijnerfgoed, zoals het hoofdkantoor van de Oranje-Nassau mijnen en ons mooiste mijnmonument: het schacht- en ophaalgebouw van de Oranje-Nassau I mijn aan het spoor. Hierin huist het Nederlands Mijnmuseum, dat binnenkort ook het voormalige mijnwerkerswarenhuis Kneepkens in de binnenstad van Heerlen gaat betrekken met een nieuw museumconcept. Dit is dé plek om in de mijntijd te duiken.

Heerlen veranderde van een dorp naar een van de rijkste steden van ons land in enkele decennia, maar de glorie bleek eindig… Na de mijnsluitingen, aangekondigd in 1965, ging het enorm bergafwaarts met de stad. Wat er toen gebeurde, lees je in het volgende hapje.

Tekst: Leonie Kohl | Kohl - tekst voor toerisme, natuur & erfgoed
Foto: Luc Lodder