Het carnavalsbloed kruipt daar waar het niet gaan kan. Niets doen aan de vasteloavend is nooit een optie geweest en daarom komt H.V.V. de Winkbülle op carnavalszondag 14 februari met een grote liveshow als ultiem alternatief voor de Grote Optocht, de Kinderoptocht en alle andere feestelijkheden die dit jaar helaas niet door kunnen gaan vanwege het welbekende virus.
De naam van de show had niet beter gekozen kunnen worden: ’t Oer va d’r Eëzel. Zondag 14 februari om 11.11 uur (voorronde 1), 15.11 uur (voorronde 2) en 18.11 uur (finale). Te volgen via de sociale media en website van H.v.v. de Winkbülle en de spannende finale eveneens via RTV Parkstad.
Heerlense wijken met elkaar
Tijdens de liveshow gaan, onder leiding van twee teamcaptains, verschillende wijken de strijd met elkaar aan om de titel “Ich bin ut verleefst óp Heële”. De wijken worden vertegenwoordigd door carnavalsverenigingen: C.V. De Beeren, V.V. De Eekheuëre, H.V.V. De Winkbülle, C.V. De Soeplummele, C.V. de Bokkeriejesj, D’r Heksenbergse Vasteloavends Verein, CV Carboon, Prinsengarde Coriovallum, CV Molenberg, C.V. De Jönge Böck, C.V. de Paljassen en C.V. de Vlavrèters.
‘Vasteloavesgeveul’
De verenigingen bundelen i.s.m. Gemeente Heerlen hun krachten om het ‘vasteloavesgeveul’ bij mensen thuis te brengen in het weekend dat normaal gesproken het hoogtepunt van de vasteloavend zou zijn. Het programma bestaat uit drie verschillende voorstellingen waarin komedie en muziek centraal staan. De shows zijn live te volgen via de socials en website van H.v.v. de Winkbülle.
“Ut verleefst óp Heële”
Elke vereniging vaardigt twee kandidaten af die strijden voor hun wijk. Tijdens de ochtend- en middagshow vinden de voorrondes plaats waarin de wijken zich kunnen kwalificeren voor de grote finale in de avond.
Tijdens deze grote finale van ’t Oer va d’r Eëzel wordt de strijd beslist en mag één van de kandidaten zich “ut verleefst óp Heële” noemen. Door individuele en teamopdrachten verdienen kandidaten punten. De deelnemers met de meeste punten nemen het in de finale tegen elkaar op.
Foto: Luc Lodder